BEELDEN DIE DOEN VERTRAGEN
Zeldzaam mooi, dit meesterwerk van Jan van Goethem. Een gevouwen vliegtuig, letterlijk en figuurlijk. Onopvallend geïntegreerd in het gebouw van de faculteit Werktuigbouwkunde op de universiteitscampus Eindhoven. Het is dat Gerard Verhoogt van de kunstcommissie TU/e omhoog wijst naar de glazen overkapping, anders had ik het niet opgemerkt. Hij leidt me langs vier klassiekers van de kunstcollectie. Onze traagheid van kijken is misschien niet meer van deze tijd, maar o zo heilzaam!
Goethems glazen overkapping dateert uit de jaren ’70. Overkapping klinkt eigenlijk te banaal, alsof het om een carport gaat, glasapplicatie is een treffender beschrijving. Een meesterwerk in de traditie van de monumentale kunsten, waarbij architectuur en beeldende kunst het elkaar naar de zin maakten. Het is één van Goethems vroege werken, later raakt hij gespecialiseerd in dit soort geometrische vormgeving in relatie tot architectuur. Uit de strakke abstracte lijnvoering van het ontwerp, opgebouwd uit kubusvormen en diagonalen, verschijnt een vliegtuig. Zo één die je zelf uit papier vouwt, maar dan vertaald in glas. letterlijk zakt het met zijn buik door het plafond. De glaspanelen in het midden maken namelijk een knik naar beneden, waardoor het vliegtuig daar net iets dieper hangt. Deze voorstelling herhaalt zich nog enkele malen in het plafond. Je kunt er lang naar blijven kijken, de verbeeldingskracht is enorm. Dit monumentale glaswerk kent bovendien een historische verwijzing waarvan slechts insiders op de hoogte zijn: vroeger hield men zich in dit gebouw ook bezig met vliegtuigtechniek, hoe mooi verbeeld!
Onlangs verwonderde ik me over de enorme traagheid van Gerrit van Bakel’s ‘Aanwezigheidsmachine’ op de expo Beyond Generations in het Van Abbemuseum. Dit beeld heeft nog het meeste weg heeft van een meterslange BBQ. Gasbranders verhitten aarde (van Gerrit thuis) en vervolgens de met olie gevulde buizen van de machine, die door het warmteverschil uitzetten of krimpen. Hierdoor treedt het bewegingsmechanisme in gang en zie je – als je heel lang wacht – multiplex ellipsen bovenin bewegen. Datzelfde principe heeft hij vanaf de jaren zeventig op talloze kunstwerken toegepast, zoals ook op de ‘Tarim Machine’ (1979 – 1982) een klassieker uit de universiteitscollectie dat nog het meest weg heeft van een wandelende tak gelijkend insect. De machine was een reactie op de extreme snelheidsproeven in Utah en was bedoeld om het Chinese Tarimbekken te doorlopen met een traagheid van 30 miljoen jaar. Door de extreme temperatuursverschillen zet de olie in de leidingen uit en komt het mechanisme tot leven. Het is lang geleden dat de Tarim Machine heeft bewogen, erkent Gerard Verhoogt, en hoewel het beeld behoorlijk is verroest krijgt het hierdoor wel de nodige historische gelaagdheid. Mijn machines “….leveren geen producten op. Ze produceren bewustzijn”, zei Van Bakel er zelf eens over. Inderdaad, het stelt een voorbeeld voor onze huidige tijd, waarin de mens moet vertragen omdat onze technologische ontwikkeling steeds meer versneld. Kan het bij gelegenheid nog eens gedemonstreerd worden aub?
Buiten, langs de zogenaamde Groene Loper, stoppen we bij vier vloerreliëfs van Ad Dekkers, oorspronkelijk ontworpen voor de patio van wat nu het Laplacegebouw heet. Evenals Van Goethem streefde Dekkers snaar harmonie met de architectuur, vandaar dat zijn betonnen reliëfs als zitplek voor werknemers/studenten tijdens de lunchpauze dienst deden. In 2002 zijn ze verplaatst naar buiten en kwamen ze aan de voet van het gebouw Vertigo te liggen, verzonken in een verhoogd talud. Deze nieuwe ontspanningsplek was vormgegeven door Jean Leering, voormalig directeur van het Van Abbemuseum en een tijdlang hoogleraar aan de TU/e. Ook hier siert de eenvoud van het ontwerp de kunstenaar. De reliëfs bestaan uit series vierkanten, cirkels en driehoeken in verschillende hoogten. Je moet er even tijd voor nemen. Loop er om heen en zie hoe nieuwe interpretaties ontstaan: de driehoeken worden de treden van een trap!
In de loop der tijd raken we gewend aan de heldere eenvoud van dit type beeld. De vormentaal oogt zo vanzelfsprekend dat we er letterlijk aan voorbij lopen. Dat was in het verleden al eens reden om de boel op te schudden tijdens de Dag van de Kunst waarin de beelden uit hun vertrouwde context werden gelicht. Zo kwam student Camila Mosso Burón met het geniale idee om de kaders waarbinnen de reliëfs zich bevinden met water te laten onderlopen. Zo gezegd zo gedaan.
De nieuwste aanwinst van de TU/e staat op het grasveld bij De Zaale tegenover het gebouw DIFFER, aan de oostkant van het terrein. Deze zes meter hoge stalen zuil van kunstenaar Frans Franssen is een prachtig voorbeeld van optische deconstructie. De blauw en wit geschilderde banen zijn zodanig ten opzichte van de sculptuur aangebracht dat er torsiespanning optreedt. Verward vraag je je af of je naar een twee- of drie-dimensionaal vlak kijkt, want de ruimtelijke zuilvorm zelf wordt daardoor ongrijpbaar. Het zet je letterlijk en figuurlijk op het verkeerde been en dwingt je om er omheen te lopen.
De sculptuur van Frans Franssen – getiteld ‘Het blauw van de vlinder’ – dateert al van enig tijd terug, het is dus geen recent ontwerp. Er is sprake van herplaatsing van een bestaand beeld dat in Groningen na twintig jaar dienst, lag weg te kwijnen. Waarom het naar de TU/e kwam, heeft te maken met een eerdere aanwinst. Het beeld is namelijk de drie-dimensionale tegenhanger van een schilderij (olieverf op linnen 230 x 460 cm) van Franssen dat in 2008 door de TU/e werd aangekocht voor de faculteit Bouwkunde. Logisch dat de kunstcommissie de kans greep om dit ruimtelijke beeld aan haar collectie toe te voegen.
Na reiniging werd het voorzien van een nieuwe coating en is het vervolgens ter plekke door Franssen beschilderd. Het bijzondere aan de huid is dat de kwaststreken goed te zien zijn, waardoor de sculptuur eerder uit beton dan uit metaal lijkt te bestaan. De materiaalvervreemding versterkt de optische illusie. De draaiing die erin zit, past overigens perfect bij de swirl van Tijs Rooijakkers, het beeld dat afgelopen jaar voor gebouw Flux werd geplaatst.
De complete kunstcollectie is online te vinden, maar de werken in het echt bekijken, is natuurlijk altijd beter. Ze bevinden zich merendeels op openbaar terrein. Een nieuw werk is in de maak voor het te renoveren Atlasgebouw. Een waanzinnig kunstenaar hoor ik van Gerard Verhoogt!