HET MEISJE MET DE HUL
Wat doet een Hollands portret op een Engelse fleamarket? Reizend langs de zuidkust van Sussex koop ik dit portret van een meisje in folkloristisch outfit. De tekening ligt op een markt tussen gedateerde Hollandse schoolprenten. Onmiskenbaar van Nederlandse bodem, zeker gezien de signatuur: E. Van Erven Dorens. Ook zo nieuwsgierig naar het verhaal van dit intrigerende werk?
Vanaf het dikke, licht vergeelde, karton kijkt het meisje ons starend aan. Of eigenlijk kijkt ze net langs ons heen, haar blik gericht op een oneindig punt ver achter ons. Uit haar kaarsrechte pony steken wat losse plukjes haar. Een portret in potlood van circa 29 x 42 cm dat met oog voor detail is getekend. Rode, blauwe en gele krijtaccenten verlevendigen de voorstelling. De klederdracht van het meisje blijkt Volendams. Op het hoofd draagt ze de typisch witte kanten hul; een kleine, licht gesteven muts, die nauw om het hoofd sluit en opzij in twee punten uitloopt. Onder haar zwarte jak is het bloemmotief van het zogenaamde ‘kralap’ zichtbaar, een stukje geborduurd katoen of zijde. Een traditionele klederdracht voor gehuwde vrouwen, waarmee ze het christelijk voorschrift om het hoofd bedekt te houden, volgden. Tevens als teken van ondergeschiktheid aan de man.
De signatuur van de tekening maakt nieuwsgierig. De eerste gedachte gaat uit naar een familielid van ‘s lands bekende tv-presentator, maar gezien het folkloristische thema wijst alles in de richting van de familie Van Erven Dorens uit Arnhem. Het echtpaar August van Erven Dorens (1872-1960) en Emilia Bonnike (1881-1948), beter bekend als Guust en Emmy, wijdde een groot deel van hun leven aan het behoud van volkscultuur. Guust was van Amsterdamse huize en stond in een familietraditie van kunsthandelaars/antiquairs. Hij verhuisde naar Arnhem waar hij directeur van zowel het Openlucht Museum als het Gemeentemuseum werd. In 1937 kocht hij een schilderij van Dick Ket, wat de basis zou vormen voor een grote collectie neo-realistische kunst van onder meer Mankes, Willink en Koch, waarmee het Gemeentemuseum zich destijds onderscheidde. Prachtig is zijn eigen portret geschilderd door Johan Mekkink, in dezelfde schilderstraditie.

A.A.G. van Erven Dorens door Johan Mekkink, 1950, collectie Museum Arnhem
Maar ook op kunstnijverheidsgebied blijken Guust en zijn vrouw kenners van het eerste uur. Al in 1912 had het echtpaar een studiereis langs de openluchtmusea in Scandinavië gemaakt. Daar waren rond de eeuwwisseling de eerste volkskunde ‘Friluft’ musea opgericht: Skansen (Stockholm), Sorgenfri (Kopenhagen), Bygdöy (Oslo) en Maihaugen (Lillehammer). Anders dan bij de meeste musea lag de focus niet op grote kunstenaars of uitvinders, maar op ‘gewone mensen’, zoals boeren en bergbewoners, met wier leven en bedrijf men bezoekers vertrouwd wilde laten maken. Naar aanleiding van hun rondreis publiceerde het echtpaar over hun ervaringen. Guust in ‘Het Huis Oud en Nieuw’ en Emmy in 1914 in Elsevier’s Maandschrift het artikel ‘Over boerenwoningen, volkskunst en openlucht-musea in Scandinavië en Nederland’.
Nieuw Museum
Hun reis hing ook samen met de oprichting van de Vereeniging “Het Nederlands Openluchtmuseum” in 1912. Doel van dit volkskunde museum moest zijn het typische Nederlandse leven en de tradities en ambachten die door de industrialisatie dreigde te verdwijnen, te conserveren. Een poging om het ergens rond de hoofdstad te vestigen mislukte. Uiteindelijk kreeg men in januari 1914 de beschikking over een museumterrein ten noorden van Arnhem: 30 hectare grond op landgoed Waterberg. Van Erven Dorens was de meeste geschikte kandidaat als directeur en wilde zich ook beschikbaar stellen. In 1913 verhuisde het gezin vanuit Amsterdam naar Arnhem. Aan Guust de taak om het Openlucht Museum Arnhem van de grond af aan op te bouwen. Met succes, want onder zijn leiding werden overal op het terrein cultuurhistorische gebouwen herbouwd. In 1941 volgde de bekroning van zijn werk: het museum mocht zich voortaan Rijksmuseum van Volkskunde noemen. Maar met de veranderde koers van het land had de belangstelling voor volkskunde te veel politieke kleur gekregen. Hierop nam hij in 1941 afscheid als directeur.
Vanaf het begin af aan droeg zijn vrouw Emmy bij aan de ontwikkeling van het museum. Behalve de publicatie en illustratie van wetenschappelijke artikelen ondersteunde ze het museum ook in praktische zin. Met haar dochters verzorgde ze bijvoorbeeld de oude klederdrachten en andere materialen. Vooral dochter Elizabeth zou een zichtbare bijdrage leveren.
Elizabeth (Els) van Erven Dorens
Het artistieke klimaat rondom de familie van Erven Dorens moet een vruchtbare voedingsbodem voor de kinderen zijn geweest. Vooral dochter Elizabeth (1906-2003), Els, blijkt een begaafd tekenaar en treedt in haar moeders voetsporen. Hoewel bronnen (RKD) niet bevestigen of ze een kunstopleiding heeft genoten, was ze teken-technisch goed onderlegd. In 1935 maakte ze voor het Openlucht Museum een grote serie aquarellen van palmpaastakken, naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Palmpaasch in het Nederlandsch Openluchtmuseum’. Weliswaar werden de palmpaastakken in de museumcollectie opgenomen, helaas was de versiering van de takken vervaardigd van brood en papier, weinig duurzame materialen met als gevolg dat geen enkel exemplaar bewaard is gebleven. Gelukkig wel de tekeningen van Elizabeth, die zich nog steeds in de collectie van het Openluchtmuseum bevinden.
Ze ontwierp ook het tentoonstellingsaffiche voor deze expositie en twee jaar later het algemene museumaffiche met de wervende oproep: ‘Bezoekt het Nederlandsch Openluchtmuseum Arnhem’. De landkaart van Nederland weergegeven in de vorm van een molen, met speelse typografie en gedetailleerde illustraties van streeksieraden. Duidelijk te lezen is de handtekening ‘E. van Erven Dorens’, identiek aan die van het portret van het ‘Meisje met de hul’. Dit werk is dus zonder twijfel gemaakt door Els van Erven Dorens.
In 1939 illustreerde ze nog een boekje over het Nederlands Openlucht Museum, getiteld ‘In de bloeiende hof onzer volkscultuur’, geschreven door D.J. van der Ven. Op de cover is een grafische uitwerking te zien van haar aquarel van de palmpaasstak uit Laag-Keppel, die ze maakte voor de expositie uit 1935.
- Affiche 1935
- Cover-illustratie door Elisabeth van Erven Dorens
- Portrettekening in potlood van August van Erven Dorens door dochter Elisabeth, 395 mm x 330 mm, inv.nr. 1551 – 802 Gelders Archief Arnhem
Het portret van het meisje met de hul lijkt ook uit deze vroege periode te dateren. Het heeft alles van een academiestuk, maar wat onderwerp betreft zou het ook in de context van het Openlucht Museum gemaakt kunnen zijn, een model dat poseert in klederdracht? Achterop de portrettekening staat weliswaar in grote cijfers: 1960, maar dat duidt niet het jaar van ontstaan gezien de signatuur. Vanaf 1941, wanneer ze trouwt, signeert ze namelijk met E. De Cocq van Erven Dorens. We kunnen rustig aannemen dat dit werk is vervaardigd in de periode dat haar vader nog directeur van het Openlucht Museum was, dus zeker voor 1942.
In het Gelders Archief bevindt zich een door haar gemaakte portrettekening van haar vader, gedateerd 1920-1948, die mogelijk met dit werk in verband is te brengen.
Engelandvaarder
Hoe dit werk uiteindelijk in Engeland belandde? Daarin speelde vermoedelijk haar oom van moeders kant, advocaat Alphons Bonnike, een rol. Vanaf 1919 was hij woonachtig aan de Utrechtseweg 40 in Arnhem, het adres van de familie Van Erven Dorens, later op nummer 49. Voor langere tijd dus dicht bij elkaar. Op 18 juli 1925 verhuisde Alphons naar Engeland. Het kan zo maar zijn dat hij een aandenken aan of gift van zijn naaste familie heeft meegenomen, waaronder dit portret van het ‘Meisje met de hul’. Best een kloppende theorie toch?
Tip
Klederdracht zat lange tijd in de oubollige hoek, maar heeft weer aan belangstelling gewonnen door herinterpretatie van fotografen en mode-ontwerpers. Bijvoorbeeld fotograaf Hendrik Kerstens en modeontwerper Ricardo Ramos lieten zich inspireren door ‘folkfashion’. Van juli 2018 tot en met januari 2019 was hun werk te zien in het Klederdrachtmuseum in Amsterdam tijdens de tentoonstelling ‘The Dutch Costume in Contemporary Fashion’.