Retro

Contact met Oermensen!

KOPPENSNELLERS GEVONDEN

Pater Cees Meuwese verkende eind jaren ’40 de binnenlanden van Nieuw Guinea. Als een soort Indiana Jones trad hij onbekende doodskopstammen onverschrokken tegemoet, zo gaat het verhaal. Ook ontdekte hij een nieuwe rivier die hij vernoemde naar de juist ingehuldigde Koningin Juliana. Het fotoboek dat Meuwese na terugkomst aan de koningin aanbood, is door mijn vader gemaakt. Ik vond originele afdrukken en een affiche tussen zijn spullen terug. Hoe de pater zich tot action hero ontwikkelde.

doodskopstammenzw7

Tussen de stapel bruine archiefenveloppen van mijn vader blijkt er eentje gevuld met prachtige zwartwit foto’s van Papoea’s.  Met schuchtere blik kijken ze in de lens, vaak slechts gekleed in rieten rokjes of een lendendoek. Gefascineerd als een cultureel antropoloog begon ik te graven in de tijd. Ik wist dat mijn vader ooit bij koningin Juliana op bezoek was geweest, omdat hij foto’s moest maken van de overhandiging van een fotoboek over de ontdekkingen van een missionaris. Deze man blijkt Cees Meuwese te zijn, een pater verbonden aan Missiehuis Tilburg die in 1937 als zendeling naar het zuiden van Nieuw Guinea was afgereisd. “Hij is robuust van gestalte, met grote handen, die gewend zijn aan te pakken. Er lopen grijze draden door zijn zwarte baard, die hier en daar door de zon bruin gebleekt is. Achter de ijzeren bril kijken een paar heldere, donkere ogen u aan”, lees ik in de Katholieke Illustratie van 1949.doodskopstammenzw10

Vanuit het Kepi-dorp in Zuid Papoea waar hij al enkele jaren bivakkeerde, ondernam hij als enige westerling regelmatig tochten langs kreken en rivieren op zoek naar het grote onbekende. Tijdens één van de tochten – het zal rond 1946 zijn geweest – stuit hij met zijn dragers op een nog onbekende stam en betreedt hij het land van ‘de menseneters’. De boomtakken langs en over het water hangen vol met schedels en beenderen die als een dans macabre in de wind heen en weer wiegen. Verderop staan zestig mannen stampvoetend op de oever wild om zich heen zwaaiend. Onverschrokken koerst Meuwese naar de oever en stapt aan land….
doodskopstammenzw2

De bevolking stuift weg en komt weer pas dichterbij als Meuwese kralen en spiegels te voorschijn haalt. Hij wordt als gast in het dorpje onthaald, slaapt in het mannenhuis tussen schedels en afgekloven mensenbeenderen en maakt kennis met de stamgebruiken. Hij portretteert de dorpsleden in al hun onbevangenheid. De foto’s dateren dus van die tijd. De totale stam blijkt later te bestaan uit zo’n 14.000 mensen.

Behalve de koppensnellende Awyu en Yahray stammen, ontdekte Meuwese in september 1948 in gezelschap van Pater Verschueren een nog niet in kaart gebrachte rivier. Deze noemde hij de Koningin Julianarivier, naar de zojuist in Nederland ingehuldigde Juliana! Hoewel Meuwese later nogmaals naar het gebied is teruggaan, maakte juist deze eerste ontdekking hem erg beroemd. Door het hele land gaf hij lezingen, waarvan onderstaand affiche – hoogstwaarschijnlijk ontworpen door mijn vader voor Drukkerij Janssen – de aankondiging is. Toen ik het affiche afrolde en die bebaarde avonturier met zijn safarihoed midden op de prauw zag staan, moest ik eerder denken aan een scene uit een film van Indiana Jones dan aan de tocht van een vrome pater uit Tilburg.
IMG_0584

Het beeld van Meuwese als heroïsche pionier en ontdekkingsreiziger komt ook verschillende publicaties naar voren. Zijn reisverhaal staat bijvoorbeeld opgetekend in de Annalen van Missiehuis Tilburg, een klein boekje waarop Meuwese op de cover prijkt; met de hand boven zijn ogen, turend in de verte, zijn blik gericht op het onbekende. Daaruit blijkt ook de urgentie om deze natuurvolkeren te bekeren: “Als knaap had ik gedroomd van verre tochten door donkere oerwouden, om zielen tot Christus te brengen. Ik had veel gelezen over koppensnellers en menseneters, en zou die heidenen wel eens even gaan dopen! Maar de werkelijkheid is zo eenvoudig niet!” Ook publiceerde Meuwese in 1952 samen met reisgenoot Pater Verschueren een boek over hun bevindingen, getiteld ‘Uw naam is wildernis’. Op het stofomslag een imponerende krijger die opdoemt uit het hoge gras. Getooid en bewapend met een speer, zijn priemende ogen op ons gericht. De tekening beantwoordt aan het clichébeeld van de gevaarlijke wilde ‘inboorling’.
De combinatie van zendingsdrang, heroïek en ontdekkingszucht was toen een legitieme drijfveer om andere volkeren ‘beschaving’ bij te brengen; nu een politiek incorrecte aanpak. Maar is ons wereldbeeld daadwerkelijk veranderd? Denk aan de huidige westerse strijd tegen islamitische dictatuur in het Midden Oosten. Hoe kijken we daar over vijftig jaar op terug?

In welke mate mijn vader betrokken was bij dit verhaal, ontdekte ik in een fotoboek in familiebezit. Hierin zit een afdruk van de aanbieding van het boek aan Koningin Juliana in haar werkkamer op Soestdijk, de foto gemaakt door mijn vader.
MeuwesemetJuliana

Op de achterzijde van de foto zit een tekstje geplakt dat zijn betrokkenheid beschrijft: “Toen pater C. Meuwese op verlof was in Nederland, maakte ik voor hem een album met foto’s van de bewoners van deze streek, om dat aan de Koningin aan te bieden. Deze foto van de aanbieding is gemaakt in de werkkamer op paleis Soestdijk. Ze vroeg toen of ze wel goed genoeg stond voor de foto en was verbaasd dat ik geen flits gebruikte.”
Kleine fotootjes tonen het boek zelf, waarin nog net valt te lezen: “Deze album over de Koningin Juliana rivier, ontdekt in de binnenlanden van Nieuw Guinea op de Glorierijke Dag Uwer Kroning bieden wij Uwe Koninklijke Majesteit aan als betuiging van onze oprechte onderdanigheid. Pater C. Meuwese Pater J. Verschueren Missionarissen van het Heilig Hart.”

IMG_0786

Ook trof ik onderstaande foto van Pater Meuwese die Paleis Soestdijk na afloop van zijn bezoek verlaat.
MeuwesebijSoestdijk

Ik vermoedde pas later dat de diverse exotische voorwerpen in mijn vaders atelier – waaronder speren, een zwaard en beelden – een betaling in natura waren voor verrichtte werkzaamheden. In het Missiehuis mocht hij als tegenprestatie een en ander uitzoeken. De teleurstelling was groot toen hij vijftig jaar later tijdens een opnamedag van het programma ‘Tussen Kunst & Kitsch’ zijn spullen op tafel uitstalde. ” Niets waard”, sprak Jaap Polak – expert niet-Europese kunst – op licht snoevende toon, “… toeristensouvenirs uit de jaren ’50. Het woord zegt het al: het is mis van missie.”

 

 

5 thoughts on “Contact met Oermensen!

  1. Gaaf gedaan broer. Een groot deel van jouw verhaal is mij onbekend. Nu pas dringt het tot mij door dat die pater echt voor het eerst contact maakt met de papoea’s. Maar wel een heel leuk verhaal m.b.t. de kunstvoorwerpen die wij thuis hadden.

    Patrick

    Like

  2. Mooi verslag Edwin!
    Indien het mogelijk zou zijn de bewaard gebleven foto’s en misschien ook negatieven (maakt niet uit in welke staat ze verkeren..) te digitaliseren (scannen en bewerken) voor Stichting Papua Erfgoed (PACE) zou dat machtig interessant zijn en hoor ik (voor digitalisatie van beeldmateriaal als vrijwiliger verbonden aan PACE) graag van u .
    Het beeldmateriaal zou dan in dit online archief worden opgenomen: https://www.flickr.com/photos/papuan_cultures/albums

    Groet,

    Klaas

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.